In mijn vorige blog schreef ik over ArchiMate als modeleertaal en de redenen waarom deze onderwijsinstelling voor ArchiMate heeft gekozen. Een van de redenen is dat de Hoger Onderwijs Referentie Architectuur (HORA) in ArchiMate is opgesteld. Hierdoor beschikken we direct over een uitgebreide basis en waarop we verder bouwen. In deze blog ga ik in op de toegevoegde waarde van het gebruik van een referentiearchitectuun en kijken we inhoudelijk naar de HORA.
Wat is een referentiearchitectuur?
Organisaties zijn vaak minder uniek of afwijkend dan men geneigd is te denken. Zeker ondersteunende processen zijn opvallend vaak op dezelfde manier ingericht. Om niet steeds het wiel opnieuw uit te vinden maken we gebruik van referentiearchitecturen.
Een referentiearchitectuur dient als een architectuur-sjabloon. Het bevat best practices op het gebied van principes, patterns, bouwblokken en standaarden. Daarbij beschrijft een referentiearchitectuur generieke structuren en principes maar zegt niets over de organisatie specifieke invulling daarvan. Sommige referentiearchitecturen zijn extreem generiek en bruikbaar voor elke organisatie. Anderen zijn gericht op een specifieke sector of branche. Hoe specifieker de referentiearchitectuur hoe vollediger , en hoe makkelijker direct inzetbaar. Daarnaast maken branche-specifieke referentiearchitecturen het mogelijk om soortgelijke organisaties te vergelijken en na te denken over samenwerkingen of gezamenlijke inkoop.
De HORA
Onder regie van de samenwerkingsorganisatie van het onderwijs en onderzoek in Nederland (SURF) is in het project ‘Regie in de Cloud’ gewerkt aan een voor de informatievoorziening voor onderwijsinstellingen. Daarbij is in samenwerking met een i-strategie groot aantal architecten ook de HORA opgesteld die de basisprincipes en de daaraan gerelateerde ICT-doelen ondersteund. De HORA wordt sinds 2014, samen met de Referentie Onderwijs Sector Architectuur (ROSA), Triple A en de Hoger Onderwijs Data Exchange (HODEX), beheerd door Edustandaard .
De HORA is een sectorspecifieke referentiearchitectuur en kan daardoor veel vollediger zijn. De HORA biedt algemene handvatten voor de organisatie-inrichting en informatiehuishouding van hoger onderwijsinstellingen. Zo stelt de HORA dat een onderwijsinstelling een ‘Rooster systeem’ moet hebben maar zegt niets over welke specifieke applicatie dat moet zijn.
Zoals in het bovenstaande plaatje te zien is, is de HORA is opgebouwd in drie delen. Deel een is de architectuurvisie. Hier wordt aandacht besteedt aan de i-strategie, sectorspecifieke ontwikkelingen en wordt een aantal architectuurprincipes gegeven. Het tweede deel bevat een aantal referentiemodellen. Elk referentiemodel bevat een overzichtspagina waaruit kan worden doorgeklikt voor meer detail en informatie of waarop we analyses kunnen plotten. Het derde deel van de HORA beschrijft implementatiehulpmiddelen en besteedt aandacht aan de rol van Enterprise architectuur in organisaties en projecten.
Hoe gebruiken wij de HORA
De HORA is al dusdanig specifiek dat het niet nodig is veel maatwerk te doen. Daardoor hadden we direct een goede basis voor het inrichten van de architectuur repository. Zo hadden we snel zicht op wat moest worden opgenomen en de onderlinge samenhang. Door het gebruik van de HORA beschikken we over een gemeenschappelijk beproefd kader en een manier om vergelijkingen te maken of informatie uit te wisselen met andere instellingen.
Door de architectuur die wij modelleren op te hangen aan de HORA creëren we ingangen voor stakeholders om relevante informatie te vinden.
- Het Bedrijfsfunctiemodel beschrijft alle bedrijfsfuncties die een onderwijsinstelling moet uitvoeren. Omdat het HORA bedrijfsfunctiemodel (.pdf) veel verder uitgewerkt is dan het bedrijfsprocesmodel gebruiken we dit als kapstok voor bedrijfsprocessen. Elke functie bevat een overzicht met de onderliggende processen. Per proces wordt de onderliggende architectuur beschreven. Daarnaast zijn sommige processen door de business uitgewerkt in BPMN. Door deze via dezelfde weg bereikbaar te maken blijft de samenhang inzichtelijk zonder dat de modelleerafhankelijkheden te groot worden.
Het ophangen van de processen aan het bedrijfsfunctiemodel levert een aantal moeilijkheden op: Zo passen processen soms niet onder functies, of ketenprocessen juist onder meerdere. Om snel analyses te kunnen doen wil je de niveaus in het model op hetzelfde niveau houden. Dit vergt oefening van de organisatie.
- Het Informatiemodel geeft een overzicht van alle informatieobjecten die een onderwijsinstelling beheert. Door de koppeling van HORA informatieobjecten aan dataobjecten in de architectuur is inzichtelijk waar in de architectuur bijvoorbeeld gegevens over ‘deelnemers’ of ‘rooster’ gebruikt of opgeslagen worden. Dit is handig voor het uitvoeren van analyses of om te voldoen aan nieuwe wetgeving zoals de GDPR.
- Het Applicatiemodel en Applicatieplatformmodel beschrijven op een logisch niveau welke applicaties en infrastructuur een onderwijsinstelling nodig heeft. Denk bijvoorbeeld aan een ‘Student Informatie Systeem’ of een ‘Bestandsbroker’. Door dit aan objecten in onze de architectuur te koppelen wordt inzichtelijk welke functionaliteiten we meerdere keren hebben of welke functies niet zijn ingevuld. Dit maken we inzichtelijk door een kleurenview op het overzicht te maken. Elke kleur stelt een organisatie specifieke applicatie uit de architectuur voor. Ongekleurde functies zijn op dit moment dus niet ingevuld. Hoewel ik over functies spreek zijn deze op dit moment gemodelleerd als applicatiecomponenten en nodes. Misschien wordt dit aangepast in de volgende HORA-update.
Een interessant referentiemodel waar wij nog geen gebruik van maken is het bedrijfsprocesmodel. Op de wiki wordt beschreven dat dit model bewust abstract is gehouden. Bij deze instelling hebben we er voor gekozen niet zelf in deze detailleringsslag te investeren. Het zou interessant zijn als dit in een nieuwe versie van de HORA verder gebruiksklaar wordt gemaakt.
Overzichtsposter onderwijsinstelling
Om bewustzijn te creëren over het project en wat wij vastleggen in de architectuur repository hebben wij posters opgehangen. Een voorbeeld poster kunt u hier downloaden. Het resultaat is dat mensen nu zelf met hulpvragen komen en ons bij hun projecten betrekken.
Vragen?
In dit stuk hebben we een korte introductie gegeven over referentiearchitecturen en de HORA. Over beide onderwerpen kunnen wij u nog veel meer vertellen.
Mocht u naar aanleiding van dit stuk meer willen weten over de HORA of het gebruik van referentiearchitecturen voor uw organisatie, neem dan contact op met Mark Kahmann.
Lees direct de andere blogs uit deze blog-reeks:
Blog 1. Enterprise Architectuur: een schoolvoorbeeld
Blog 2. Een schoolvoorbeeld: bouwen aan de architectuur capability
Blog 3. Een schoolvoorbeeld: ArchiMate
Blog 4. Een schoolvoorbeeld: de centrale architectuur repository
Blog 6. Een schoolvoorbeeld: het perfecte architectuurmodel in 5 stappen
Blog 7: Een schoolvoorbeeld: kennisdelen en Enterprise Architectuur best practices