De Applicatie Portfolio Management (APM) oplossing van Bvolve stelt organisaties in staat hun eigen APM capability te ontwikkelen. Applicaties worden beschouwd in context (van processen, organisatie, en andere applicaties) en een focus op waarde (business en strategisch) ten opzichte van kosten. Onze oplossing ondersteunt het nemen van betere, en beter onderbouwde, beslissingen over het applicatielandschap, waarmee complexiteit wordt gereduceerd, kosten worden verlaagd, maar vooral de IT fitness wordt verhoogd. Dit stelt organisaties in staat zich verder te ontwikkelen in een tijd waarin continue verandering de norm is.
Om het maken van dergelijke beslissingen op strategisch niveau mogelijk te maken heeft Bvolve een aanpak ontwikkeld die leunt op drie pilaren:
- Leveren: Een vliegende start maken met inzicht krijgen in applicatielandschap en relevante aspecten om goede investeringsbeslissingen te kunnen nemen
- Leren: De organisatie bouwt stap voor stap de eigen APM capability op zodat deze in de toekomst dit zelf kan doen
- Software: krachtige softwareoplossing die het leveren en leren faciliteert, en helpt om sneller resultaten te boeken
De combinatie van deze drie pilaren zorgt ervoor dat de APM-capability als continu proces in de organisatie belegd wordt. Een belangrijk aspect om dit succesvol te implementeren is de volwassenheid van de APM-capability te onderzoeken en zo het groeipad in deze volwassenheid uit te zetten. Door de implementatie van APM in stappen door te voeren is er snel resultaat te boeken. Tegelijkertijd werkt een organisatie geleidelijk toe naar de gewenste eindsituatie die vaak op een hoog niveau ligt.
In onderstaande afbeelding zijn de verschillende stappen in het volwassenheidsmodel samengevat. Op de verticale as zien we het niveau van het portfolio ontwerp. Organisaties beginnen vaak met één simpel applicatieportfolio waarin het gehele applicatielandschap wordt opgenomen. In volwassenheidsniveau II wordt de stap gezet om de portfolio’s, en daarmee het applicatielandschap, in te delen op basis van de organisatiestructuur. Bijvoorbeeld in afdelingen of business units. Organisaties op het hoogste volwassenheidsniveau kiezen ervoor om de portfolio’s in te delen op basis van de bedrijfsstrategie en de enterprise architectuur. Een voorbeeld hiervan is de ‘pace layering’ indeling voor applicatie portfolio.
De horizontale as laat het detailniveau van de metrieken zien. In volwassenheidsniveau I zijn een aantal algemene basismetrieken beschikbaar, bijvoorbeeld gericht op de kosten en waarde van applicaties. In de stap naar volwassenheidsniveau II neemt het detailniveau van deze metrieken en de databronnen toe. Daarmee wordt het ook mogelijk om metrieken op te stellen die gericht zijn op een specifiek portfolio. Organisaties in het hoogste volwassenheidsniveau hebben de mogelijkheid om metrieken op basis van realtime data te vullen.
Tijdens de start van een APM-implementatietraject speelt dit groeimodel een belangrijke rol. Bvolve voert een assessment uit om het huidige niveau en ambitie rondom APM-volwassenheid te bepalen. Dit zet een koers uit voor de ontwikkeling van het APM-portfoliodesign en het management hiervan. Door middel van workshops, masterclasses en advies begeleiden we uw organisatie om uw APM capability op of uit te bouwen. Zie ook onze andere blogs m.b.t. Applicatie Portfolio Management en raak geïnspireerd over wat de mogelijkheden zijn!
Meer informatie over APM? Neem dan contact op met Mark Kahmann.