Publicaties

Het scope diagram en LLO: Helder kijken naar complexe vraagstukken

Leven Lang Ontwikkelen (LLO) is een kans voor onderwijsinstellingen om aan te sluiten op de dynamische behoeften van de arbeidsmarkt en post-initieel onderwijs te verzorgen. LLO richt zich op nieuwe doelgroepen en biedt vraaggestuurd onderwijs dat afgestemd is op de behoeften van de arbeidsmarkt en studenten. Het kan helpen om het aantal studenten te verhogen en het profiel van je onderwijsinstelling onderscheidender te maken.

LLO is echter ook een veelzijdig en complex thema. Het speelt zich af op verschillende niveaus, variërend van strategisch tot operationeel, en gaat over visie en strategie, vraaggericht onderwijs, inrichting van het onderwijs, en samenwerking binnen de school en in de regio. Dit maakt LLO een vraagstuk, waarbij het essentieel is om goed te kiezen waar je mee aan de slag gaat en waar je focus ligt.

Bij Bvolve hebben we ruime ervaring in het aanpakken van complexe vraagstukken. Een goede start met een scope diagram, ook wel IGOE genoemd, is daarbij belangrijk. Dit is een praktisch procesmodel om een vraagstuk af te bakenen en de focus te bepalen.

De sleutel tot succes in deze trajecten is het creëren van helderheid voor alle betrokkenen. Wanneer je niet goed afbakent wat binnen de scope valt, loop je het risico om in cirkels te draaien en geen concrete resultaten te behalen.

Een helder proces begint met een goed begrip van de randvoorwaarden. Het IGOE-model, ontwikkeld door Roger Burlton, biedt een gestructureerde manier om de omgeving van een proces in kaart te brengen en te analyseren. Dit model richt zich niet alleen op wat er binnen het proces gebeurt, maar legt ook de nadruk op invloeden van buitenaf die bepalend zijn voor het succes van het proces. IGOE staat voor Input, Guides, Output en Enablers.

  • Input omvat alles wat een proces nodig heeft om te starten en goed te kunnen functioneren, zoals grondstoffen, informatie of ingevulde formulieren.
  • Guides zijn richtlijnen en kaders die bepalen hoe een proces wordt uitgevoerd, bijvoorbeeld beleid, kwaliteitseisen of wettelijke kaders.
  • Output verwijst naar de uitkomst van het proces, de waarde die aan de klant of eindgebruiker wordt geleverd.
  • Enablers zijn de middelen en actoren die nodig zijn om het proces mogelijk te maken, zoals technologie, mensen of financiële middelen.

Door deze vier elementen in kaart te brengen, krijg je inzicht in wat een proces nodig heeft en welke factoren de uitkomst beïnvloeden. Het IGOE-model helpt organisaties om processen effectiever te ontwerpen en aan te sturen, met als resultaat een betere aansluiting op de behoeften van klanten en stakeholders.

De praktische structuur van het IGOE-model is precies wat ook bij Leven Lang Ontwikkelen effectief helpt om vanuit een goed kader te starten. Hoewel het formeel een procesmodel is, beginnen wij vaak met het invullen van het IGOE-model rondom een vraagstuk en werken we pas in tweede instantie toe naar een procesmodel.

Door de elementen van het model toe te passen, krijgen de professionals binnen de onderwijsinstelling het vraagstuk scherp en hebben zij een gezamenlijk kader om het vraagstuk aan anderen uit te leggen en op te lossen.

Voor LLO kun je de gevraagde informatie uit de IGOE voor een vraagstuk vertalen naar:

  • Input: Waar begint het vraagstuk? Begint het binnen de onderwijsinstelling? Waar dan? Begint het in de regio? Waar dan? Wat is de impact daarvan op de andere elementen van de IGOE?
  • Guides: Aan welke wetgeving dien je je te houden? Wat is het beleid op LLO binnen de school? Met welke afhankelijkheden (andere projecten) dien je rekening te houden?  Wat zijn de eisen en randvoorwaarden die aan de oplossing worden gesteld?
  • Output: Welke meetbare resultaten worden opgeleverd? Welke processen en systemen worden opgeleverd? Welke documentatie wordt verwacht? Wat hebben collega’s geleerd van het proces? Wat is in de regio zichtbaar geworden? Welke mogelijkheden zijn er voor LLO-studenten gerealiseerd? Wat zie je als het vraagstuk is opgelost? Aan welk doeleinde (outcome) draagt het resultaat bij?
  • Enablers: Welke systemen heb je ter beschikking? Wat is je budget? Welke capaciteit is intern en/of extern beschikbaar?

Het lijkt een simpele stap, maar het zorgvuldig definiëren van de scope van een vraagstuk en het zorgen dat alle betrokkenen er hetzelfde beeld bij hebben, is onmisbaar voor het succes van een LLO-project. Het kost even tijd om alle perspectieven te verzamelen, maar wanneer je deze stap goed uitvoert voorkom je onderweg miscommunicatie, verkeerde aannames en fouten op basis van onvolledige informatie.  Op deze manier heb je een goede basis voor efficiënte samenwerking en synergie met andere ontwikkelingen.

Wil je meer weten over hoe wij het IGOE-model gebruiken in LLO-projecten? Neem dan contact met ons op en ontdek hoe we samen toekomstbestendig onderwijs kunnen vormgeven.

In volgende blogs zullen we ingaan op het vervolg van het traject met het inrichten van een proces en het gebruik van het Bvolve framework.

Gerelateerd