Dirk de Wit
d.dewit@bvolve.nl
Afgelopen week heb ik een klus in de tuin gedaan. De regenpijp bij de buurman lekte en water stroomde alle kanten op, maar niet waar het bedoeld was. Aangezien het huis van de buren op de erfscheiding staat en bij ons afwatert hadden we een gezamenlijk vraagstuk. Een nieuwe regenpijp kon mijn buurman helpen en de toevoeging van een regenton was voor mij van nut. De nieuwe situatie ging afwijken van de bestaande oplossing. Na wat filmpjes te hebben bekeken, wat globale metingen te hebben verricht, de materialen te hebben gekocht, voorbereidingen (koffie in mijn geval) te hebben getroffen, kon ik aan de slag. Een schetsje had ik al gemaakt. Met de regenton kwam een getekende instructie, niet helemaal in het bekende format van een Zweedse leverancier, maar goed genoeg. Mijn schetsje en de instructie vormden samen mijn doelarchitectuur; het ontwerp waarmee ik het grotere probleem – wateroverlast – kon kanaliseren en oplossen.
Daarmee had ik een bruikbaar product, maar in evenzoveel gevallen praten we liever over een doelarchitectuur of zie je een product dat in de praktijk weinig bruikbaar is. Te gedetailleerd voor de bestuurder en te hoog over voor de techneut. Daarmee komt een doelarchitectuur in dezelfde categorie als andere hoog over begrippen als governance en regie. Misschien is het zelfs wel de overtreffende trap. Immers, als we het niet weten dan is er al snel de roep om governance en als we het – bijvoorbeeld in het geval van een crisis – echt niet weten dan roepen we om regie. En als we het denken te weten, maar ons onzeker voelen dan willen we een doelarchitectuur.
In deze blog verken ik een aantal opties en aantal makkes van het werken aan een doelarchitectuur, langs de as van inzicht, realisatie en vergezicht.
Het informatiestelsel in de zorg als context
Zeven jaar geleden raakte ik betrokken bij wat toen ‘de realisatie van een duurzaam informatiestelsel in de zorg’ heette. Het Informatieberaad nam besluiten over (onomstreden) bouwstenen van een stelsel zonder dat er sprake was van een ontwerp. Architectuur was – zo kreeg ik te horen – een beladen begrip. Een kakofonisch gebouw van bouwstijlen diende zich aan tot een Architectuur-board op basis van de inmiddels ontwikkelde referentiearchitectuur (DIZRA) [1] een kader kreeg om adviezen te geven. Die DIZRA bood weliswaar een kader, maar gaf geen richting. Het was als de verhalen ten tijde van de eerste navigatiesystemen: mensen die op bospaden vast kwamen te staan of met hun auto in het water belandden. De roep om een doelarchitectuur ontstond. Die doelarchitectuur kwam er: niet als een omvattend ontwerp maar wel met een aantal richtinggevende keuzes op verschillende knelpunten. Maar de bestuurders wilden een richting en een kompas en geen navigatiepunten waarvan zij de inhoud niet begrepen. Zij wilden wel een doelarchitectuur, maar niet deze. En nu in 2024 is de behoefte aan de doelarchitectuur nog immer niet ingevuld. Hieronder ligt een uitdaging dat het beeld dat ‘architecten’ hebben bij ‘een doelarchitectuur’ vaak afwijkt van wat bestuurders willen zien. Voor bestuurders begint het meestal met inzicht.
Inzicht: We zien door de bomen het bos niet
Zeker bij complexe ingrepen in informatiesystemen hebben we behoefte aan overzicht. Hoe zijn ICT-systemen met elkaar verbonden, welke afhankelijkheden bestaan er, wat is maatwerk en wat is koop? Als er wijzigingen in beleid zijn of een nieuw product op de markt moet komen, kunnen we dat dan wel met het huidige stelsel van systemen realiseren? Kennis hierover zit soms in de hoofden van mensen, kan vastgelegd zijn in daarvoor geëigende software maar is vaak niet voldoende actueel om gedurfde beslissingen te nemen. Hierin wordt vaak geroepen om inzicht in samenhang. Voor die samenhang worden de verschillende landschappen (producten, processen, data, ICT-applicatie en soms ook de onderliggende ICT-infrastructuur) in beeld gebracht. Het brengen van de samenhang en het inzicht daarin is een vorm van architectuur. Niet als een punt waar we naar toe bewegen, maar als een plattegrond die we nodig hebben om in beweging te komen. Waar we de knelpunten kunnen aanpakken met net genoeg architectuur. Mijn schets en metingen vormden het startpunt van de beweging.
Realisatie: De wereld is maakbaar
Bij grote veranderingen met een belangrijke ICT-component is een doelarchitectuur een belangrijk middel om overeenstemming te krijgen. Het dient als een kader voor ontwerp waar verschillende partijen hun keuzes op kunnen afstemmen. Neem bijvoorbeeld het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Even los van alle discussie die om het stelsel bestaat en het aantal keer dat de invoering is uitgesteld, biedt de doelarchitectuur een houvast om tot inzicht te komen, analyse te doen op de huidige situatie en een kader om tot realisatie te komen.[2] Ook indien een organisatie bijvoorbeeld een maatwerksysteem wil vervangen door een koopsysteem, kan een doelarchitectuur helpen. Processen en functionaliteiten staan min meer of meer vast. En de tijdshorizon waarop realisatie moet plaatsvinden is overzichtelijk. De doelarchitectuur is in die zin niet de plattegrond maar het bestemmingsplan, waarvan delen met meer nauwkeurige ontwerpen nader invulling krijgen. Daarmee vormt het een middel om tot realisatie te komen. Zoals de instructie voor het aansluiten van de regenton een deelontwerp was voor de afwateringsvraag.
En dan is altijd weer die stip aan de horizon
Bij de roep om een doelarchitectuur voor de zorg is het doel van de architectuur minder scherp omlijnd. Moet het de spreekwoordelijke houtskoolschets zijn op basis waarvan bestuurders beslissingen nemen of moet het een kaderstellende karakter hebben zoals bij de DSO die vooral gericht is op de informatieprofessionals? En moeten we dan zoals in de ideale wereld van het holistisch architectuurdenken alle lagen in beschouwing nemen zoals de NORA die hanteert (vergelijkbaar met Nictiz lagenmodel) of is het alleen wenselijk uitspraken te doen over de applicatie- en netwerklaag? Met een doelarchitectuur met een langere horizon komen we al snel in de school van organische architecten (in de fysieke wereld). Neem bijvoorbeeld de Sagrada Familia. Architecten zijn tot op de dag van vandaag bezig met de bouw langs het oorspronkelijk ontwerp en de principes die Gaudi formuleerde maar dan met technische mogelijkheden van vandaag en inmiddels gericht op een doelbestemming die meer dan alleen kerkelijk is. Juist omdat in het samenspel van maatschappelijke, bedrijfsmatige en technologische ontwikkelingen de bestemming – bij elke stap richting – kan veranderen worden principes belangrijker dan concrete ontwerpen.
De lessen
Doelarchitecturen zijn primair een middel om tot een bepaald strategisch, tactisch of operationeel doel te komen. Het kan goed zijn dat zij meerdere doelen dienen maar vaak gaat het gesprek niet over de achterliggende doelen, maar is de realisatie van de doelarchitectuur een doel in zichzelf. Dikwijls is de doelarchitectuur een weerspiegeling van allerlei bestaande belangen of overtuigingen. Dat geldt zeker in het publieke domein zoals bijvoorbeeld de zorg. Het resultaat is een compromis; en daarmee wordt het gewenste ecosysteem eerder een amalgaam van egosystemen.
De geleerde lessen van pakweg dertig jaar denken in digitale architecturen staan nog recht overeind.
• Zonder een duidelijke richting is elke architectuur doelloos: bepaal zorgvuldig welk doel je ontwerp moet dienen;
• Hanteer een afgeleid principe van Ockham: net voldoende architectuur die net op tijd is (ga niet voor de stip maar de eerste stap);
• Principes zijn duurzamer dan oplossingen: en voor bestuurders ook begrijpelijker dan laag vier en laag vijf discussies;
• Met architecten is het moeizaam onderhandelen: persoonlijke diepgaande overtuigingen gaan verborgen achter de schijn van rationaliteit.
En dan mijn resultaat:
Elk ontwerp stuit op praktische uitvoeringsproblemen die terug te leiden zijn naar de competentie van de uitvoerder, het niet voorhanden zijn van de middelen of beslissingen tijdens de realisatie moeten worden genomen. De AS IS was net even anders dan uit de analyse bleek wat ook gevolgen heeft voor de TO BE. De regenpijp en de regenton functioneren naar behoren, maar het resultaat lijkt meer op mijn schetsje dan het meegeleverde ontwerp. Bepaalde rioleringspijpen vormden een legacy waarvoor in aansluiting niet direct een oplossing was. Gelukkig kon ik met mooie koppelstukken en ducttape het werk completeren: in de digitale wereld is het vaak niet anders.
[1] Duurzaam informatiestelsel in de zorg (DIZRA)
[2] https://www.gemmaonline.nl/index.php/Thema_Omgevingswet